Het komt regelmatig voor dat honden en katten besmet worden met wormen. Volwassen dieren, gezond of niet, kunnen altijd een wormbesmetting hebben. Jonge dieren worden zelfs met een wormbesmetting geboren.
Wormen en risico’s
Sommige wormen kunnen van dier op mens overgaan en veroorzaken een zogenaamde zoönose.
Pups en kittens die niet ontwormd worden, kunnen door wormbesmetting ernstige achterstand in groei krijgen. Deze achterstand zorgt voor blijvende schade waardoor de ontwikkeling achter blijft.
Worminfecties verlagen de weerstand en zodoende krijgen andere ziekten meer kans. Het dier loopt het risico dat voedingstoffen onvoldoende worden opgenomen en dat de respons op bijvoorbeeld vaccinaties minder goed wordt.
Het Ministerie van Volksgezondheid adviseert een frequente ontworming van huisdieren. Door uw huisdier minimaal 4x per jaar te ontwormen, zorgt u ervoor dat de kans op besmetting van mensen in uw omgeving verkleind wordt.